Posted tagged ‘faalangst’

Het G-denken, manier uit Rationele Emotieve Therapie (RET) om faalangst aan te pakken: gebeurtenissen leiden tot gedachten, leiden tot gevoelens, leiden tot gedragingen en leiden tot gevolgen

10/03/2010

Mijn vriendin begeleidt op een ROC leerlingen die onder andere last hebben van faalangst. Zij doet dat in de vorm van een training die bekend staat als de faalangstreductietraining. Zij heeft het programma omgedoopt tot succestraining omdat deze benaming veel positiever is. Als je iets wilt bereiken is het veel beter om je te focussen op wat je wilt dan op wat je niet wilt.

Veel trainingen die gericht zijn op het reduceren van faalangst zijn gebaseerd op principes uit de Rationeel Emotieve Therapie (RET). Dat is een vorm van cognitieve gedragstherapie waarbij zowel het verstand als het gevoel een belangrijk rol spelen. Volgens Albert Ellis (1913 – 2007), de grondlegger van RET ontstaan problemen vooral door de manier waarop we aankijken tegen de gebeurtenissen die ons overkomen. Een mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest.

In Nederland wordt leerlingen die last hebben van faalangst vaak gewezen op het zogeheten G-denken. Daarin gaat het om vier G’s: een Gebeurtenis (1) leidt tot Gedachten (2), die leiden tot Gevoelens (3), die leiden tot Gedragingen (4). Mijn vriendin heeft er nog een vijfde G aan toegevoegd: gedragingen leiden tot Gevolgen (5).

De zaken de we in ons leven tegenkomen zijn vaak een gevolg van ons gedrag. Wanneer we onze gedachten over een bepaalde gebeurtenis veranderen, leidt dat tot andere gevoelens, ander gedragingen en andere gevolgen. Bij het G-denken gaat het erom denkpatronen te veranderen met als doel om uiteindelijk de gevolgen te veranderen. Uiteraard beperkt de toepassing van het G-denken zich niet tot het reduceren van faalangst. Het G-denken is gebaseerd op  universele principes waar we bewust gebruik van kunnen maken in ons leven.

Het doel van het ‘G- denken’ is dat het tunneldenken wordt doorbroken: het herprogrammeren van de irrationele gedachten die leiden tot emoties die blokkerend werken. Het gaat erom dat verlammende, negatieve emoties worden vervangen door positieve emoties.

Een leerling denkt bijvoorbeeld: “Bah, alweer rekenen. Ik kan er niets van en ik zal het ook nooit leren. Als ik dat dadelijk moet gaan maken, maak ik vast weer heel wat fouten. Ik haat rekenen en ik krijg er barstende koppijn van.”
De vervangende gedachte voor deze leerling zou dan kunnen worden:

“OK, in rekenen ben ik niet zo’n kei, vooral die staartdeling vind ik nog lastig. Als ik die nou stapje voor stapje aan ga pakken, dan zal het wel lukken”.